VERLANGEN NAAR WARMTE

Twee plaatjes naast elkaar. Op het ene plaatje een palmboom, zonovergoten, met daaronder dansende mensen. Het andere plaatje is wat ik nu buiten zie: een lege witte straat, wild stuivende, springerige, dansende sneeuwvlokjes onder een grijze hemel. Dik ingepakte mensen bewegen onherkenbaar en schuifelend over straat. Waar word ik warm van? Dat is duidelijk, van het eerste plaatje.
Waarom beginnen we te rillen en trillen als het koud is? Vanwaar mijn voorliefde voor warmte? Omdat het bewegen dan gemakkelijker gaat? Op zoek naar antwoorden.

Wat doet het lijf als het koud is? Technisch: bij lagere temperaturen vernauwen onze bloedvaten. Er stroomt minder warm bloed naar handen en voeten. Een andere reactie van het lichaam is rillen. “Rillen is niets anders dan het onvrijwillig en snel samentrekken van spieren. Dit kost energie en levert warmte op.” “Bij kou is het signaal, dat spieren opdracht geeft samen te trekken, minder snel en minder effectief. Met als gevolg een vermindering van kracht en moeite met het uitvoeren van fijne motorische handelingen,” schrijft atlete Miriam van Reijen. Net als in de natuur gaat het lichaam bij lage temperaturen dicht, op slot, in de spaarstand. Terugtrekken in een holletje, ineenkrimpen voor een winterslaap.

De symptomen van parkinson lijken op winterse-kou-symptomen. Het lijf gaat trillen en verstijfd. Volgens de theorie (zie Parkinsonfonds) zouden parkinsonpatiënten juist gevoeliger zijn voor de nadelige effecten van warmte, meer dan van kou. Weliswaar wordt het trillen (de zogenaamde tremor) erger bij kou en de spieren stijver. Maar tegen de winterse kou kun je je gemakkelijker wapenen.

Op de dag dat ik op de wereld kwam vroor het buiten. Sindsdien zijn er meerdere momenten in mijn leven geweest dat ik bibberde en klappertandde van de kou. Vaak in tropische landen, waar ik niet rekende op de avondkou. Uit mezelf zoek ik de kou niet op. Ik reis niet naar koude oorden. Ik weet het, je kunt je kleden op de kou, met dikke wollen truien en gebreide mutsen. Bovendien, als je beweegt, krijg je het vanzelf warm. Toch zoek ik liever de warmte op dan dat ik zo goed mogelijk probeer om te gaan met de kou. Er zijn mensen die van kou houden, die zweren bij een koude douche of een duik in ijskoud water. Ik houd al mijn hele leven van warmte. Ik zoek de warmte op. Ik verlang naar warmte, in alle vormen.

Ik zweet liever dan dat ik bibber. Ik houd liever mijn warme lijf tegen het warme lijf van een ander, zodat we elkaars energie kunnen voelen, dan dat we op afstand van elkaar zijn. Liever warm eten, hete soep en warme drank, dan een boterham, een ijsje of frisdrank met een ijsklontje. Liever een stevige warme maaltijd dan een luchtige salade. Ik gedij beter in een hartverwarmende omgeving, in een warm klimaat.

Laat het vuur maar branden. Van binnen of buiten. Innerlijke vurige exploderende passie of een knetterend gezellig haardvuur. Laat de zon, onze grootste gratis warmtebron, maar schijnen. Blij verwelkom ik de zon. De zon geeft energie en zet in beweging. Ik ben een ‘zonaanbidder’. Ik houd van vurige dansen, met snelle bewegingen, met Afrikaans ritme en Latino passie. Ik houd van dansen met verstrengelde lichamen, waarbij de warme energie voelbaar stroomt.

Dit alles zeg ik als man. Kleine kinderen lijken nooit last te hebben van kou. En een vrouw ervaart de warmteregulatie in haar lijf weer anders. Ik vertel over mijn ervaringen met warmte als 57-jarige man, bij wie ruim twee jaar geleden parkinson is gediagnosticeerd. Voorheen was ik al wat stijfjes.

Houd ik zoveel van warmte omdat ik in de winter geboren ben? Een koukleum ben ik niet. Mijn verknochtheid aan Brazilië, de menselijke warmte en gastvrijheid, die ik daar elke keer weer ervaar, verklaart wellicht mijn voorliefde voor warmte. Warmte is energie en als de energie stroomt voel ik dat ik leef!

08-02-2021